Marijn begeeft zich niet op glad ijs, maar houdt van een stevige en gedegen grond voor zijn adviezen. Kijkt met een open blik naar alles wat zich voor doet. Ziet valkuilen en kijkt in porseleinkasten, maar bezield, als een goed beheerder, wikt en weegt hij voor zijn adviezen. Zo gaat hij ook hier de weg te voet, of gaat de weg met hem?